MENU
PDF Opties

Financiering

Algemeen

Doelstelling

Doel van deze paragraaf is om te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s.Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Dit moet plaatsvinden binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te regelen.

Gemeentelijke kaders

Onze kaders zijn vastgelegd in de, volgens artikel 212 Gemeentewet, vastgestelde 'Financiële verordening gemeente Purmerend 2015' (raadsbesluit 1195690). Het gaat om kaders voor het uitvoeren van de financieringsfunctie zoals doelstellingen, richtlijnen en limieten die voor het college gelden. In deze verordening is ook het treasuryonderdeel opgenomen waarin de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie is vastgelegd met uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het bevat met name protocollen voor de dagelijkse uitvoering. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn het kasbeheer, het risicobeheer, de financiering en de administratieve organisatie.

Beleidsdoelstelling

De beleidsdoelstelling is om inzicht te hebben in de langetermijnontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen we geen overmatige risico’s lopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend.

Ontwikkelingen Gemeente Purmerend

Risicobeheer

In de wet Fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm gegeven om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken.

Kasgeldlimiet

De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. Een gemeente mag drie kwartalen achter elkaar deze limiet overschrijden. De norm wordt getoetst op de eerste dag van het kwartaal.

In onderstaande tabel is het kasgeldlimiet over 2016 weergegeven (bedragen x € 1.000):

Kwartaal

Maximaal %

o.b.v. actuele

regeling

Berekend

maximaal

limiet

Vlottende

schuld

onder-

schrijding

I

8,50%

18.682

-8.800

9.882

II

8,50%

18.682

-8.175

10.507

III

8,50%

18.682

-7.663

11.019

IV

8,50%

18.682

-4.979

13.703

In 2016 is de kasgeldlimiet niet overschreden, ondanks dat gedurende het hele jaar de financieringsbehoefte zoveel als mogelijk is afgedekt met kortlopende financiering. In december zijn twee leningen aangetrokken vanwege de consolidatie van de korte schuld. Overschrijding van de kasgeldlimiet hebben we hiermee voorkomen.

Renterisiconorm

Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het doel van deze norm is het beheersen van de renterisico's op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille.

In onderstaande tabel is de renterisiconorm (op kas- en contractbasis) over 2016 weergegeven
(bedragen x € 1.000):

Begrotingstotaal (exclusief mutaties in reserves)

€ 219.787

Normpercentage (ministerieel vastgesteld)

20,00%

Renterisiconorm

€ 43.957

Bedrag waarover risico wordt gelopen (aflossingen vaste schulden)*

- € 45.141

Ruimte onder renterisiconorm

-€ 1.184

* In dit bedrag is ook opgenomen een vervroegde aflossing van een renteloze geldlening van € 6.806.703 (afloop 31-12-2019). Deze lening is in zijn geheel afgelost tegen nominale waarde op 16 september 2016. De reden hiervoor was de opgenomen winstclausule en de huidige marktontwikkelingen (herfinanciering tegen lagere rente).

Financiering

De ontwikkeling van de leningenportefeuille op de vaste schulden is in onderstaande tabel weergegeven
(bedragen x € 1.000).

Schuldrestant o/g leningen per 1 januari 2016

€ 288.163

Nieuw aangetrokken leningen

€ 41.000

Reguliere aflossingen

-€ 38.334

Vervroegde aflossingen (renteloze lening Provincie Noord-Holland)

- 6.807

Schuldrestant o/g leningen per 31 december 2016

€ 284.022

Per 31 december 2016 heeft de gemeente 31 langlopende geldleningen o/g met een totaalrestant van € 284 miljoen. Hiervan zijn twee leningen doorverstrekt aan Stadsverwarming (€ 8 miljoen) en Woningcorporaties (€ 2,4 miljoen). Het gemiddelde rentepercentage voor 2016 komt hiermee uit op 2,60%. Het gemiddelde rentepercentage van de nieuwe leningen zorgt voor een verdere daling van het gemiddelde percentage van de totale portefeuille. Eind 2016 is de rente weer licht aan het stijgen. De stand van de leningenportefeuille is eveneens terug te vinden bij de toelichting op de balans.

In 2016 zijn vier langlopende geldleningen aangetrokken voor in totaal € 41 miljoen:

Instelling

Bedrag

Periode

Rente%

BNG

€ 4.000.000

40 jaar fixe

1,660%

BNG

€ 7.000.000

5 jaar fixe

0,010%

BNG

€ 15.000.000

15 jaar lineair

0,949%

BNG

€ 15.000.000

15 jaar fixe

1,362%

In het coalitieakoord is een begin gemaakt met het terugdringen van de schuldenlast. In de begroting 2016 zou er
een financieringsbehoefte zijn voor maximaal € 50 miljoen voor de herfinanciering van leningen en financiering van investeringen. De oorzaak voor een tijdelijk lagere financieringsbehoefte is in onderstaande tabel af te leiden:

Ontwikkeling van de schuldenlast (in miljoenen euro's):

Prognose

31-12-2016

Rekening

31-12-2016

Investeringen:

Materiele activa

237,8

221,7

Financiele activa

60,3

58,4

Grondexploitaties

63,0

52,9

Niet in Explotatie Genomen Gronden

0,9

-

Onderuitputting investeringen

-9,0

-

Totaal aan investeringen

353,0

333,0

Bovenstaande investeringen worden als volgt gefinancierd:

Eigen vermogen: algemene reserve

15,8

19,4

Vreemd vermogen: langlopende leningen

337,2

313,6

Totaal gefinancierd

353,0

333,0

Op basis van bovenstaande bedraagt de schuld per inwoner (basis: 80.000)

4.215

3.925

De lagere stand van de investeringen wordt veroorzaakt door vertragingen in investeringstempo in materiële vaste activa en grexen (de NIEGGS zijn grotendeels overgeheveld naar de materiele vaste activa). Dit betreft met name de investering in de nieuwe sporthal, hierdoor is er sprake van tijdelijk effect. De leningsportefeuille eind 2016 bedraagt € 284 miljoen. Dit is € 30 miljoen lager dan de behoefte aan langlopend vreemd vermogen. Dit bedrag wordt voornamelijk verklaard door het saldo van debiteuren en crediteuren. Eind 2016 zijn er voorschotten betaald op 3D.

Rentemethodiek en renteresultaat

Voor de toerekening van de rentelasten maakt gemeente Purmerend gebruik van de rente-omslag-methode. Hierbij beschouwen we als rentelasten:

  • Voor de externe financiering: het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen.
  • Voor de interne financiering: de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen, te weten de reserves en voorzieningen en de omslag-rente over de investeringen en deelnemingen.

Door toepassing van de rente-omslag-methode rekenen we de rentelasten, aan de hand van de stand van de investeringen, toe aan de prestaties en/of producten in de programmabegroting. De gedachte achter het toerekenen van bespaarde rente over de reserves en voorzieningen is dat het voor de kostprijsberekening van een gemeentelijke taak niet uitmaakt of hiervoor externe financiering is aangetrokken of dat dit uit eigen middelen gefinancierd is. Als de omslagrente veel afwijkt van de rente die de gemeente (gemiddeld) op haar opgenomen leningen betaalt ontstaat een groot renteresultaat. We hanteren voor 2016 een omslagpercentage van 4,0%. Gezien de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en de opgebouwde leningenportefeuille rekenen we vanaf 2017 met een lagere omslagrente.

Het renteresultaat voor 2016 is als volgt opgebouwd:

Rente

bedrag

Gemiddeld

rente%

Rentelasten vreemd vermogen (o/g leningen)

7.158.467

2,60%

Rentelasten eigen vermogen

443.554

1,30%

Doorberekende rente investeringen/deelnemingen

-10.031.930

4,00%

Doorberekende rente grondexploitaties

-1.383.867

2,50%

Doorberekende rente (u/g leningen: o.a. bibliotheek, P3, SVN,SVP)

-803.916

3,74%

Overige rente

-26.288

nvt

Renteresultaat (batig saldo)

-4.643.980

De begroting bevat jaarlijks een raming van het verwachte renteresultaat en de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen. Het renteresultaat (€ 4.643.980) begroten we onder de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). Dit geldt ook voor de rentelasten van het eigen vermogen die we als bate (€ 443.554) verantwoorden (bespaarde rente). In de begroting was rekening gehouden met een renteresultaat van € 4,613 miljoen. Deze afwijking (voordeel € 31.000) wordt verklaard door een hogere transitorische rente als gevolg van de ontwikkelingen op de geldmarkt. Tegenover dit voordeel is er ook een voordeel gerealiseerd door in december 2016 gebruik te maken van de mogelijkheid om kasgeld aan te trekken voor een periode van 14 dagen. Over de kasgeldleningen is geen rente betaald maar een vergoeding ontvangen.

Schatkistbankieren

Gemeente Purmerend had gedurende 2016 overtollige middelen, maar is onder het drempelbedrag (0,75% van het begrotingstotaal) gebleven. Dit betekent dat Purmerend niet verplicht was tot het afstorten van deze middelen in 's Rijks schatkist. Conform de vereisten in het BBV (art 52c), vermelden we in de toelichting op de balans het drempelbedrag en, per kwartaal, het bedrag aan middelen dat Purmerend buiten ’s Rijks schatkist heeft aangehouden.

EMU saldo (wet HOF)

De wet HOF (Wet Houdbare Overheidsfinanciën) bevat een richtlijn over de tekortnorm voor de decentrale overheden.
Dit houdt in dat aan de kasstroom van de lagere overheden gezamenlijk (het EMU saldo) een maximum is gesteld. Hiervan afgeleid kent iedere gemeente een zogenaamde referentiewaarde. Deze referentiewaarde (+/- € 13 mln negatief dus meer uitgaven dan inkomsten) is in 2016 niet overschreden. Mede doordat we de komende jaren positieve kasstromen vanuit het grondbedrijf verwachten en het investeringsniveau relatief beperkt is, zullen we deze norm de komende jaren niet overschrijden. De wet HOF heeft de komende jaren, naar verwachting, dan ook geen gevolgen voor gemeente Purmerend.

Kredietrisico

Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering vanwege het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij door insolventie of deficit. In 2016 zijn er geen uitzettingen van middelen geweest. De gemeente Purmerend loopt een beperkt krediet risico over gelden die zijn uitgezet in het kader van haar publieke taak (woningbouwcorporaties, stadsverwarming en derden). Verder maken we geen gebruik van complexe financiële producten zoals derivaten.

Koersrisico

Het koersrisico is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De gemeente neemt deel in het aandelenvermogen van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten,de Stadsverwarming Purmerend, HuisVuilCentrale Alkmaar (HVC) en indirect via de Houdstermaatschappij Energie Zaanstreek-Waterland in de Alliander (netwerkbeheer). Het risico op waardeverlies van deze aandelen zijn aanwezig maar gering.

Saldobeheer

De Bank Nederlandse Gemeenten is huisbankier van de gemeente Purmerend. Daarnaast hebben we betalingsverkeersrelaties met de ABN Amro en de ING bank. Het saldobeheer wordt dagelijks uitgevoerd op deze bankrekeningen en de rekening courant bij de Schatkist.