Wat hebben we daarvoor gedaan

Beleidsveld Ruimtelijke ordening

a. Algemeen

• In 2016 zijn we begonnen met verkennen en implementeren van de nieuwe Omgevingswet. Het totale implementatietraject zal verscheidene jaren in beslag nemen. De Omgevingswet treedt naar verwachting medio 2019 in werking. Hierna geldt ook nog een overgangstermijn voor het invoeren van (een deel van) het nieuwe instrumentarium.
• We hebben gekozen voor een wijze van implementatie waarbij de bedoeling van de nieuwe wet centraal staat.
  In praktijk betekent dit, dat de focus in eerste instantie vooral ligt op de gevraagde verandering in werkwijzen, rolinvulling en gedrag. Pas in de tweede fase implementeren we het nieuwe (juridische) instrumentarium op basis van de gemeentelijke wensen voor nieuwe werkwijzen en rolinvulling.
• In 2016 zijn 12 pilots ingezet die inzoomen op deze handelwijze. Deze pilots, waarvan er 9 in 2016 zijn afgerond, hebben waardevolle inzichten opgeleverd. Deze moeten de komende tijd leiden tot een structurele wijziging in werkwijze en/of rolinvulling. In een aantal ambtelijke en bestuurlijke bijeenkomsten hebben we deze inzichten gedeeld en besproken.
• Op regionaal niveau heeft het ISW per november 2016 de taken voor het bevorderen van beleidsmatige samenwerking tussen de Waterlandse gemeenten beëindigd. Samenwerking op de schaal van Metropoolregio Amsterdam (MRA) en voor de deelregio MRA Noord (Zaansteek-Waterland) is in 2016 verder opgepakt en richting gegeven. Op basis van daarvoor gemaakte afspraken werken we de samenwerking verder uit.

b. Meerjarenprogramma Grondexploitaties

• Overeenkomstig de nota Grondbeleid bieden we jaarlijks het Meerjaren Programma Grondexploitatie (Meerjaren Programma GrondexploitatieMPG) ter vaststelling aan de gemeenteraad aan. Het MPG is gekoppeld aan de besluitvorming over de jaarrekening. In dat programma is sprake van (financiële) verslaglegging over door de gemeente in exploitatie genomen gronden. Naast een financieel verslag is daarbij ook een inhoudelijke toelichting op de stand van zaken over de projecten, waarbij deze gronden aan de orde zijn. Hier verwijzen we daarnaar.

c. Particuliere projecten en initiatieven

• Nu het economisch herstel zich sinds 2015 heeft ingezet, trekt de woning- en vastgoedmarkt merkbaar aan. Binnen 'Bestaand Stedelijk Gebied' (BSG) is sprake van een toenemend aantal particuliere (woningbouw)projecten en intitiatieven waarbij wij op één of andere wijze betrokken zijn.
• Purmerend voelt zich verantwoordelijk voor voldoende woongelegenheid en vertaalt dit in een sterkere actiebereidheid om tot stedelijke intensivering te komen. Verdichting, omvorming van functies, hoogbouw en het opzoeken van de grenzen van BSG zijn daarmee kansen en soms zelfs vereisten om deze programmatische behoefte te realiseren.
• Voor particuliere projecten, waarbij we geen gemeentelijke grondexploitatie voeren, willen we met intentie- en/of anterieure overeenkomsten de daarmee gepaard gaande (directe en indirecte) kosten verhalen.
• In 2016 is de agenda Purmerend 2040 voorbereid om daarover in 2017 en verder in gesprek te gaan met de gemeenteraad, de stad en andere betrokkenen (waaronder buurgemeenten en provincie).

d. Bestemmingsplannen

• Voor beheer heeft Purmerend een set aan actuele bestemmingsplannen.
• Gelet op de huidige legessanctie bij niet tijdige herziening hebben we de (cyclische) actualisatie van het bestemmingsplan bedrijvenpark Baanstee-Noord in voorbereiding genomen. Verder gebruikten we voor vergunningverlening voor 5 nieuwe bedrijfsvestigingen op Baanstee-Noord het raadsbesluit dat een verklaring van geen bedenkingen niet vereist is. De legessanctie voor de actualiseringsverplichting vervalt mogelijk in 2017, vooruitlopend op het inwerkingtreden van de Omgevingswet per 2019. Het bestemmingsplan voor de Purmer is vastgesteld met de insteek, dat we bestaande functies en gebruik zo flexibel mogelijk bestemmen.
• Bij nieuwe ontwikkelingen in strijd met een geldend bestemmingsplan, stellen we een nieuwe planologische regeling vast; een zogenaamd projectbestemmingsplan. De mate van (rechts)zekerheid, die we aan inwoners en bedrijven gegaranderen door een bestemmingsplan is (steeds meer) per en door de situatie bepaald. We kiezen dan niet meer per definitie voor (rechts)gelijkheid, maar voor passende regels. Ongelijkheid bestaat en is uitlegbaar. De eigen kracht van de gemeenschap proberen we daarbij nadrukkelijk ook aan te boren.
• Op de 'Lijst niet-geactualiseerde delen van bestemmingsplannen' stonden oorspronkelijk 9 locaties. Deze lijst omvat nu nog 6 locaties (a. noordoosthoek Kop West, b. Vijfhoek/Beemsterburgwal, c. Kom A7, d. twee locaties
  in Wheermolen en e. twee percelen aan de Purmerenderweg). Over deze locaties overleggen we intensief om te komen tot actuele bestemmingen.

De volgende, planologische maatregelen zijn in voorbereiding genomen (participatie, overleg of ontwerpfase), dan wel vastgesteld door de raad (of B&W) of in beroep aanhangig bij de Raad van State (RvS).